logo

toen met pasen 2013 het vertrek van de "k" was gepland, weerspiegelde nog een ijslaag op dekken en dak de lichten van Berlijn. om af te meren had je eerst de knopen van de touwen los moeten snijden, want zij waren door en door bevroren, net  als in februari.

zo werd het mei voor de "k" de rivieren de Havel en de Elbe kon afdalen om Berlijn via Hamburg met Kiel te verbinden via het Noord-Oostzee-Kanaal, internationaal "Kielkanaal" geheten.  dat kanaal verkort de afstand tussen Noordzee en Oostzee door het ommetje Skagerrak overbodig te maken.

door jarenlang knutselwerk aan de startmotor (niet doen!) ging ik toen de benzine in een tank leeg was op het kanaal drijven.  de reservetank was weliswaar vlug op de motor aangesloten, maar de startmotor weigerde en het lukte me niet om de motor met een touwtje weer aan de praat te krijgen.  wat stom van me, dat ik niet met de volgboot de "Palourde" roeiende de "k" naar de kant trok.  dat kwam gewoon niet in me op.  intussen werd het wel donker.  en ik maar het touwtje met bevende vingers terugzetten en telkens weer met alle resterende kracht tegen de zere rug in met het touwtje de motor aanzwengelen!

toen later een rij van reuzen aan kwam varen was ik klaar om de "k" op te geven, als ik maar ongedeerd bleef.  ik stond met de rode vlag en zaklantarens te zwaaien, toen ik gelukkig opgemerkt werd.  meteen de eerste reus overgoot de "k" hoog van boven met het licht van zijn schijnwerpers en waarschuwde de autoriteiten.  door de beweging van het water dreef de "k" naar de kant.  ik pakte een touw, sprong aan land en zette de boot vast, tot zowat een halfuur later een nabije pont me kwam ophalen.

aan de reservesteiger van deze pont bij Oldenbüttel verbleef de "k" drie nachten.  de motor had ik meteen ter reparatie gebracht, maar het lukte maar niet om een sleep vinden naar de nabije haven van sluis Gieselau.  weliswaar had ik in koeienletters op een bord gepind "Bitte 600m Schlepp zur Schleuse", maar om het koude rotweer of mogelijk andere redenen kwamen er haast geen pleziervaarders langs.  dat ik er helemaal niet mocht liggen en de politie te water dagelijks kwam mopperen, vond ik niet erg.  maar de golven van de pont en van sommige grote schepen die de "k" van opzij grepen en deden schommelen als een hangmat, dat was pas erg.

het keukenkastje braakte voorraden en bestek.   glazen en borden vielen aan diggelen.  zelf de watertank bevrijdde zich uit zijn borging en de kleren sprongen van de stang.  ik kon niet anders dan me ergens vastklampen en lijdzaam toezien.  zoiets was me alleen een keer eerder overkomen, toen ik nachts in hartje Hamburg tussen de nauwe muren van een werf en de Landungsbrücken naliet de golven van een hard varende sleepboot te dwarsbomen.  maar dat was toen gauw over:   omdat tegelijkertijd boven het nabije meertje de Alster een vuurwerk werd afgestoken had ik het als leuk en avontuurlijk aangezien.  maar hier werd het geschommel me te machtig.

een aardige sluiswachter van sluis Gieselau regelde de sleepboot de "Brandgans" naar zijn prachtig grote haven, waar vaak leuke zeilschepen voor een nachtje blijven liggen.  ik kon er mijn wonden likken, de vernieuwde motor terug zetten en het tuintje (een houten bak op het dak), dat tijdens een schommelbui op drift was geraakt, met een stukje gazon opvullen.  je komt bij deze sluis op de rivier de Eider, die ik eerst zover mogelijk naar het oosten volgde.  daar in centrum van de stad Rendsburg bleef de "k" tien dagen ongedeerd, hoewel het onderdeurtje om onduidelijke redenen op een kier stond toen wij weer aan bord gingen.